Ik zit momenteel in een Eurekaproces, een verlengd Eurekamoment, bestaande uit meerdere momenten. Toen ik in het jaar 2000 gekozen werd als parlementslid begon ik aan een programma van zelfstudie om het land en het volk dat ik geacht werd te dienen beter te begrijpen. Tot dan werd mijn denken gestileerd naar Marxistische modellen, maar ik had al door dat deze modellen niet toereikend waren. Ze boden slechts halve verklaringen voor verschijnselen zoals identiteitspolitiek en etnisering, zaken die een grote rol spelen in onze samenleving.
Onderbouw en bovenbouw
Ik besefte dat klassenstrijd rond het bezit van productiemiddelen over psychologische paden gaat. Het werk van Antonio Gramsci was voor mij een eye-opener. Hij verdiepte de door Marx bedachte indeling van de samenleving in een bovenbouw en een onderbouw. De onderbouw heeft te maken met materiële productieprocessen. De bovenbouw gaat over culturele instellingen zoals de staat, de rechtspraak, wetenschap, kunst, enzovoort. Marx gaf aan dat de structuren in de bovenbouw in grote lijnen bepaald worden door de productie-verhoudingen en als voornaamste rol hebben de hegemonie van het kapitaal te waarborgen.

De tegenstelling tussen de bezitters van de productiemiddelen (het kapitaal) en de mensen die slechts hun arbeidsvermogen bezitten is volgens Marx onverzoenlijk. De arbeidersklasse zou volgens Marx spoedig opstaan en de controle over de productiemiddelen overnemen. Deze voorspelling van Marx kwam niet uit, tot nu toe nergens. Gramsci zocht hiervoor een verklaring en vond die in het vals bewustzijn dat door de instituten van de bovenbouw aan de samenleving wordt opgedrongen. De staat heeft zelden geweld nodig om het particulier eigendom van de productiemiddelen te beschermen. Om de relatie tussen bovenbouw en onderbouw beter te begrijpen was het volgens mij nodig de verbinding te vinden tussen sociolgie en psychologie. Ik besteedde een paar jaar aan het bestuderen van antropologische, psychologische en sociologische literatuur.
De “missing link” tussen psychologie en sociologie
Ik had het geluk Jan Baas te leren kennen, een Nederlander die met zijn Surinaamse vrouw een stand met tweedehandsboeken had op de zondagmarkt aan de Tourtonnelaan. De boeken die ik daar vond hielpen me op weg. Ik las alles wat ik te pakken kon krijgen waarvan ik dacht dat het me kon helpen. Maar de “missing link” tussen psychologie en sociologie bleef onvindbaar. Ik vond nergens een bevredigend verklaringsschema voor de relatie tussen etniciteit, ras en klasse, die zo fundamenteel is voor Suriname.
Wel kwam ik tot het inzicht dat de relatie tussen cultuur en productiewijze veel minder rechtlijnig is dan in de modellen van Marx en Gramsci, die beiden de “bovenbouw” slechts zagen als een samenstel van culturele instituten voor het in toom houden van de arbeidersmassa. De “bovenbouw” heeft echter een oudere, meer oorspronkelijke functie in het bewaren van de culturele en operationele eenheid in een samenleving. De bovenbouw van hedendaagse kapitalistische samenlevingen bevat tal van elementen die stammen uit oudere tijden, lang voordat het kapitalisme ontstond. Een voorbeeld is ons rechtsstelsel. Dit bevat elementen uit de Romeinse tijd en nog oudere elementen afkomstig van de primitieve Germaanse stammen ten noorden van de Rijn. De culturele bovenbouw is divers en heterogeen en bestaat uit elementen van verschillende herkomst die in allerlei variaties met elkaar verbonden kunnen worden. Cultuur-elementen kunnen zich van land naar land verspreiden, zonder dat dat leidt tot veranderingen in de productiewijze van die landen.
De heterogeniteit van de bovenbouw
Dit inzicht in de relatieve autonomie van de culturele bovenbouw ten opzichte van de economie stelt mij in staat partij te kiezen in conflicten binnen het kapitalistische wereldsysteem, bijvoorbeeld tussen Amerika en China, en in Suriname zelf, in conflicten tussen verschillende etnische facties van de bezittersklasse.
De economische uitbuiting van landen in de periferie van het wereldsysteem is dezelfde onder Amerikaanse, Canadese, Chinese of Europese heerschappij. De uitbuiting van de arbeidersklasse en de vervuiling van het milieu blijven hetzelfde, ongeacht welke kongsi in Suriname aan de macht is. Maar er zijn verschillen in de culturele bovenbouw van Amerika, China en Europa en in de culturen van de creoolse, javaanse, marronse en de hindostaanse facties van de heersende klasse. Deze culturele verschillen moeten meegenomen worden bij het plannen van de strategie voor de bevrijding van de werkende klasse uit de loonslavernij. Het maakt wel degelijk verschil uit of de NDP of de VHP aan de macht is.
Het maakt wat uit of het goud wordt gehaald door een Chinese of een Canadese maatschappij. De Chinese bedrijven hebben bijvoorbeeld geen vakbondscultuur zoals we die in het Westen kennen. Suriname bevindt zich in de periferie van het kapitalistische wereldsysteem waarin Amerika en China de machtigste staten zijn die ervoor zorgen dat het systeem blijft voortbestaan. Dit systeem gaat gepaard met concentratie van kapitaal en technologie in metropolen en armoede en milieuvervuiling in de rest van de wereld. Er zijn echter verschillen in de culturen van multinationale bedrijven, die kunnen maken dat wij in voorkomende gevallen de voorkeur moeten geven aan een bepaald bedrijf boven een ander bedrijf. Om soortgelijke redenen moeten we soms de voorkeur geven aan een bepaalde traditionele partij boven een andere. Zo lang er nog geen partij is die opkomt voor milieu en werkende klasse hebben we geen andere optie dan de traditionele politieke partijen te gebruiken voor het in orde maken van zaken. Zolang centrum en periferie van de wereld niet geïntegreerd zijn in een rechtvaardige wereldorde zullen we het moeten doen met een buitenlandse politiek waarin we samenwerken met landen en bedrijven die ons het beste kunnen helpen met het oplossen van onze problemen, en die aansluiten bij onze traditionele bovenbouw, de democratische rechtsstaat.
Nieuwe inzichten aan de horizon
Het losser maken van relatie tussen bovenbouw en onderbouw in de modellen van Marx en Gramsci was een van de eerste resultaten van mijn studies. Maar ook met die aanpassing boden deze modellen nog te weinig houvast voor verklaringen van politieke processen in een mutliculturele samenleving. Ik bleef dus zoeken naar een beter model om de psychologie van etniciteit en de klassenstrijd met elkaar te verbinden.
Sedert een paar weken daagt er een nieuw inzicht aan mijn intellectuele horizon. Overdenkingen over het gedrag van politici zoals Bouterse, Brunswijk en Bordo en van hun volgers brachten me op het spoor van dit nieuwe inzicht. Deze overdenkingen deden mij beseffen dat persoonlijkheidsstoornissen te maken kunnen hebben met culturele veranderingen. Het kwijtraken van culturele bindingen maakt dat individuen geplaagd worden door onbeheerste impulsen en grillig, onvoorspelbaar gedrag. Ik had een roadtrip naar Pokigron nodig om de voor de hand liggende volgende stap te maken in mijn geestelijke ontdekkingsreis. Ik besefte tijdens die trip dat ik de hele tijd op de verkeerde plaats had gezocht naar de “missing link” tussen geest en samenleving. Het eerste opstapje naar het dagende nieuwe inzicht was het besef dat de psychologie en sociologie allebei het menselijk lichaam uit het oog verloren hebben en daardoor geen antwoord kunnen geven op tal van vragen over de mens. Willen we de mens echt begrijpen dan kunnen we niet om zijn lichaam heen. Ik besefte dat Gramsci niet ver genoeg was gegaan bij zijn modificatie van de Marxistische theorie. Hij zocht verklaringen voor het niet uitkomen van Marx’s voorspellingen in de menselijke cultuur, maar vergat dat alle menselijke cultuur een reactieformatie is, gericht op de natuur, inclusief zijn eigen menselijke natuur.
Het ecologische model
In Pokigron brak het besef door dat de “missing link” niet te vinden is in de psychologie en de sociologie, maar in de ecologie. De rit langs het stuwmeer bracht in mijn hoofd de stukjes van de puzzel bij elkaar. Het gedrag van Bordo stond in verband met het stuwmeer, wist ik ineens. De kwalijke effecten van het kapitalisme zijn niet alleen een gevolg van economische uitbuiting, maar vooral, en zeker in dit eindstadium van het kapitalisme, van de vernietiging van ecosystemen. De vernietiging van het bos, urbanisatie, industrialisatie ontheemt mensen, vervreemdt ze van de natuur en leidt tot allerlei collectieve en individuele gedragsstoornissen.
Ik schreef mijn gedachten neer in enkele facebook berichten, om ze vast te leggen en om de reacties van mensen te peilen.
Ik schreef: “Gedachten in hoofden zijn verbonden met bladeren aan bomen en mieren in bos. Al weten we niet hoe”.
Mensen vroegen zich af wat ik hiermee bedoelde. Ik schreef daarop: “Als we door het bos lopen voelen we iets. Als mieren ons bijten leren we iets. De sterren aan de hemel en het heldere water van een kreek in de savanne. Ze spreken rechtstreeks tot onze ziel. Donder en bliksem, een nest van vogeltjes. Ze leren ons wat schoonheid is. En ze bestaan uit dezelfde protonen, neutronen en electronen als wij. Het electron dat nu in mijn vinger overspringt tijdens prikkeloverdracht om mijn vinger in beweging te brengen, kwam vier miljard jaar geleden uit de kosmos. Wij mensen zijn niets zonder de natuur. En kunnen niets voelen of denken zonder de natuur. Onze geestelijke en lichamelijke gezondheid vraagt dat dat wij zo dicht mogelijk bij de natuur blijven. Onze erven moeten tuinen zijn. Onze studenten moeten het bos in om elk mierennest en elke boom in kaart te brengen, elke plant en elk insect te determineren, beschrijven hoe het ecosystem van een kankantrie eruit ziet, vanaf de aaltjes aan de wortels tot de vogels in de top, tellen hoeveel planten en dieren er op een woonerf leven. We leven in een wondere, betoverde en betoverende wereld. Niets staat los. Alles is met alles verbonden.”

Het genoom dat onze erfelijke eigenschappen bepaalt, bevat tal van genen die afkomstig zijn van bacteriën en virussen. Biodiversiteit is van belang voor onze geestelijke en lichamelijke gezondheid. De schoonheid van bloemen en de voedingsstoffen van planten houden ons in stand.
Zoals het het bos vergaat, zo vergaat het de mens
Wie het bos vernietigt, vernietigt de mens. Enkele dagen geleden was ik te gast bij een diner van een groep vrienden in restaurant Jawa. Het gesprek aan tafel ging ondermeer over bosbeheer en de houtindustrie. Over de verdwijning van de bossen in Noord-Amerika en het Atlantische oerwoud in Brazilië. Over de noodzaak om de export van rondhoud te verbieden. Over waar het hout naar toegaat (voornamelijk India en China).
Er waren enkele bosbouwdeskundigen in de groep. Een van hen vond dat het probleem van ontbossing in Suriname niet zo groot is als wordt beweerd.
Hij zei dat het bos in Suriname sneller groeit (gemeten in kubieke meter hout) dan het tempo waarop de houtindustrie bomen kapt. Hij zei ook dat Nederland meer hout produceert dan Suriname. Deze benadering, waarin het bos slechts gezien wordt als producent van zoveel kubieke meter hout per hectare, gaat voorbij aan de ecologische betekenis van het bos. Een hardhouten boom van zeshonderd jaar in het tropische regenwoud is als houtleverancier misschien te vergelijken met een door mensen geplante denneboom in de kunstbossen van Europa, maar heeft ecologische functies die dennebomen in kunstmatige bossen niet hebben. Een omgehakte boom zal goed hout op-leveren, maar een boom is het niet meer. De bijen kunnen er geen nesten meer in bouwen. De apen kunnen er niet meer in vluchten voor de jaguar. De wormen kunnen niet meer boren in de bast en de vogels kunnen de wormen niet meer eten. De kreken raken verstopt door bospaden waarover de boomstammen gesleept worden. De vrouwen en kinderen in de dorpen moeten het doen met modderig water. De verhandeling van het hout veroorzaakt klassentegenstellingen en ongelijkheid.

Zoals het met het bos gaat, zo vergaat het de mens. Met het bos gaat onze mentale gezondheid in rook
- Verdwijnt het bos, dan gaat ook de mens de woestijn in. In de koloniën leidden slavernij, grootschalige teelt van een paar “cash crops” (gewassen die contant geld opleveren op de wereldmarkt zoals suiker en indigo) en de onttrekking van natuurlijke hulpbronnen aan de natuur, tot woestijnvorming, klimaatverandering en vervreem-ding van de mens van zijn cultuur. Als de natuur verandert, moeten ook culturen veranderen, want die zijn immers formaties van menselijke aanpassingen aan de natuur. Verandering in de natuur maakt culturen obsoleet, niet meer geschikt om de samenleving te helpen overleven. De disfunctie van de cultuur veroorzaakt persoonlijkheidsstoornissen en onbeheersbare maatschappelijke conflicten.
Milieuvervuiling en sociaal onrecht zijn identiek
Reeds in 1800 beschreef Alexander van Humboldt de vernietigende werking van de plantagelandbouw rond het Valencia meer in Venezuela. Ontbossing legde het land bloot voor erosie. Regens spoelden de vruchtbare grond weg. De aanleg van kanalen om het water van het meer naar de plantages te brengen, veroorzaakte een daling van de waterspiegel van het meer. Door de ontbossing veranderde het klimaat in de omgeving. Het weer werd warmer door het verdwijnen van de verkoelende bossen. De cash crops verdrongen een grote variëteit aan voedselgewassen.
De vernietiging van het bos leidde wereldwijd tot samenlevingen die werden gekenmerkt door onrecht en uitbuiting en in het ergste geval tot genocide, uitroeiing van mensen.
Ik schreef enkele maanden geleden aan een kennis dat psychologie en sociologie niet voldoen omdat ze in de kern leeg zijn. De pit, het lichaam, ontbreekt. De stap die ik in Pokigron maakte, was dat ik het lichaam plaatste in de natuurlijke ecologische setting. Niet het individuele lichaam, maar het planetaire ecosysteem moet de leemte van de psychologie en de sociologie invullen. Geen enkele organisme kan bestaan buiten dat ecosysteem. Het leven bestaat niet uit geïsoleerde organismen die elk hun eigen gang gaan en los van elkaar begrepen kunnen worden. Het leven bestaat altijd als web van talloze interacterende organismen.
De mens kan slechts begrepen worden als deel van de natuur. Daarom postte ik op facebook: “Milieuvervuiling en sociaal onrecht gaan samen”. “Ze zijn in feite identiek”.
Paramaribo, 8 december 2022
Wim Bakker