Over eenheid, diversiteit en fragmentatie
Op vrijdag 29 april 2022 had ik het genoegen te mogen deelnemen aan een bijzondere bijeenkomst. In de balzaal van het Lala Rookh gebouw waren enkele tientallen mensen bijeen om te praten over culturele, ecologische en wetenschappelijke diversiteit en het benutten daarvan voor onze nationale ontwikkeling. Het was een bijzonder gezelschap van wetenschappers, beleidsmakers, ondernemers, milieu-activisten, studenten, vertegen-woordigers van Inheemse organisaties en journalisten. Het was de afronding van de “Open Campus”, een serie webinars en workshops die van juli tot december 2021 vanuit de Universiteit van Suriname werden georganiseerd onder de titel “De diverse diversiteiten van Suriname”. Er waren bijeenkomsten over diversiteit in vijf thema’s:
- natuur
- gezondheid
- cultuur
- wetenschappelijke methodologie
- samenleving.
Een select gezelschap
Een aantal bekende Surinamers uit het “maat-schappelijk middenveld” was aanwezig.
Een groot deel kende ik persoonlijk. Ik zag Monique Pool van het asiel voor luiaarden, Renate Wouden-Bhugwandass, voorzitter van de Bond voor Belangenbehartiging van Gepensioneerden uit Overheidsdienst (BBGO), Siegmien Staphorst, voorzitter van de culturele vereniging NAKS, Kirtie Algoe, socioloog, Nitin Jagbandhan van de priesterraad van de Sanathan Dharm, Wilgo Koster van buurtcentrum Latour, Jerry Egger, historicus, Ryan Madhar, natuurgids, Max Ooft van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden (VIDS), Harry Mungra, psycho-loog, Sharda Ganga van stichting Projecta, Carla Bakboord, vrouwenrechten-activist, Astrid van Sauers, public health dierenarts,
Jim Rasam, ondernemer, Maureen Wijngaarde-van Dijk, medisch directeur van de Medische Zending, Paul Ouboter, zoöloog, Jamille Haarloo, milieu-activist, Wilfred Leeuwin, journalist, en ik vergeet er zeker een paar, los van degenen wier naam ik niet kende. Tout le monde was aanwezig. Mijn complimenten voor de organisatie die dit voor elkaar kreeg. Dit is wat ik bij SetiSRnan al jaren vruchteloos probeer van de grond te krijgen.
Generaties
We zaten in een kring. Wat zijn we oud geworden, dacht ik terwijl ik keek naar de vele oudbekenden . Ik besefte dat er in het maatschappelijk middenveld net als in de politiek weinig vernieuwing en doorstroming van jongeren is. Het is een vrij universeel verschijnsel dat ouderen meer dan jongeren actief zijn in politiek en sociaal werk, maar toch lijkt de aanwezigheid van jonge mensen in maatschappelijke bewegingen in Suriname extra schaars, zeker in vergelijking met mijn generatie.
Ik hoop dat ik een keer de tijd vind dit verschijnsel nader te onderzoeken. Was mijn generatie politiek bewuster dan de huidige of kwam het alleen maar doordat revolutie hip was onder jongeren van mijn tijd? Velen van ons liepen rond met de afbeelding van Che Guevara op ons t-shirt. Ik bedrukte in het Marxistisch-Leninistisch Centrum samen met Bram Behr kledingstukken met afbeeldingen van Che. Ik had sjablonen uit karton geknipt en daarmee bracht ik de verf aan. We werden gestimuleerd door protestsongs van Bob Dylan en door Jimi Hendrix die op het roemruchte muziekfestival in Woodstock een instrumentele versie van het Amerikaans volkslied speelde waarin hij met zijn gitaar de geluiden van miltrailleurs en ontploffende bommen nabootste. Siegmien Staphorst ken ik nog van die tijd.
Ik maak me zorgen over het feit dat er zo weinig overdracht is van politiek bewustzijn van mijn generatie aan de volgende. De generativiteit van de Surinaamse samenleving hapert. De van bovenaf opgelegde politiek veranderingen en de diaspora van de afgelopen decennia spelen daarbij ongetwijfeld een rol. Het woord “socialisme” werd een vies woord. Maar goed, daarover een andere keer meer.
Diversiteit en fragmentatie
Het geheel stond onder leiding van Jack Menke, socioloog en Ruben del Prado, sociaal geneeskundige. De resultaten van de verschillende workshops werden gepresenteerd door panelleden van de eerder gehouden webinars en workshops. Door de galm in de zaal had ik met mijn hoorstoornis veel moeite om de sprekers te verstaan, maar gelukkig waren er samenvattingen op papier waardoor ik de zaak redelijk goed kon volgen.
In de mij vooraf toegestuurde stukken las ik dat de voornaamste conclusie van de webinars en workshops was “…dat de sociale, culturele en biologische diversiteiten van Suriname blijvend en doordacht ingezet dienen te worden om bij te dragen aan op kennis gebaseerde beleidsvorming…”.
Ik denk dat ik de bedoeling begrijp, maar de zin klopt niet.
Het gevoel van onduidelijkheid over de bedoeling van het geheel, werd niet weggenomen door de presentaties van de sprekers.
De vragen die in de verschillende webinars moesten worden beantwoord hadden te maken met de mobilisatie van politieke wil en leiderschap om biodiversiteit en culturele diversiteit te behouden en kwetsbare groepen te versterken. Een bijzonder onderdeel was de aandacht die werd gevraagd voor de ontwikkeling van holistische manieren van kennisontwikkeling in tegenstelling tot de huidige fragmentatie en hokjesvorming in de wetenschap.
De samenkomst in het Lala Rookhgebouw was bedoeld om de aanbevelingen van de verschillende webinars te bespreken.
Menke en del Prado vertelden dat de organisatoren onderling gesproken hadden over wat er precies op deze samenkomst bereikt moest worden en dat zij tenslotte hadden besloten de uitkomst open te laten voor de discussie. Dat was volgens mij een fout. Hierdoor eindigde de meeting niet met een krachtige verklaring en bleven alle aanbevelingen los van elkaar in de lucht hangen.
Door niet te kiezen voor een krachtige gemeenschappelijke verklaring en aankondiging van vervolgacties was deze meeting naar mijn inschatting een gemiste kans.
Het komt maar zelden voor dat een dergelijke selectie uit het maatschappelijk middenveld bijeen komt. Aan het eind van de meeting gingen we naar huis met een notie van het belang van diversiteit, maar zonder enig zicht op wat er gedaan moet worden. De aanbevelingen beperkten zich, geheel tegen de bedoeling in, tot de afzonderlijke thema’s. Mede doordat de aanbevelingen per thema werden gepresenteerd stegen ze niet uit boven wat er door velen al vaak is voorgesteld.
Vijf thema’s van diversiteit
De groep die ging over diversiteit in de natuur had als voornaamste aanbeveling dat de milieuwet moet worden afgekondigd en er een Milieu Autoriteit moet komen om die wet te handhaven. Er werd geen verbinding gelegd met andere thema’s zoals de grondenrechten van de Inheemsen, aan wie velen een belangrijke rol toebedelen bij de handhaving van biodiversiteit.
De groep die ging over diversiteit en gezondheid, waar ik nominaal lid van was maar waaraan ik door tijdgebrek geen grote bijdrage leverde, kwam niet verder dan een oproep tot “inclusief leiderschap”. Niets over de relatie tussen genetische diversiteit en overleving in pandemische situaties. Niets over de integratie van natuurgeneeskundige tradities en technologische geneeskunde. Geen woord over de fragmentatie van de financiering en de uitvoering van de gezondheidszorg. We hebben te maken met een tiental verschillende regelingen, zoals SZF voor ambtenaren, SZF voor vrijwillig verzekerden, SZF Platinum voor parlementsleden en ministers, speciale voorzieningen voor politie en brandweer, SZF-BAZO voor kinderen, senioren en armlastigen, SWOR voor slachtoffers van ongevallen, particuliere verzekeringen via Assuria. Self Reliance en Parsasco, de Armulov regeling voor behandelingen in het buitenlands en nog allerlei andere kleine potjes bij verschillende ministeries en particulieren voor ad hoc financiering van prothesen en speciale behandelingen. Daarnaast is er een fragmentatie van de zorg waarbij thuiszorg, huisartsenzorg en ziekenhuis zorg niet goed op elkaar zijn aangesloten. Echter kregen we daarover niets te horen.
De groep die ging over culturele diversiteit kwam met het voorstel voor een “integraal cultureel beleid op nationaal niveau” en de bevordering van interculturele communicatie. Geen woord over de problematische kanten van het multiculturalisme zoals mogelijke onverenigbaarheid van culturen. Geen analyse van waarom het Cultureel Centrum Suriname, dat was opgezet om een integraal, nationaal cultuurbeleid te ontwikkelen, nooit uitgroeide tot dat bedoelde nationale centrum. De diverse culturele verenigingen van de verschillende etnische groepen kozen er niet voor om zich aan te sluiten bij het CCS, maar gingen elk hun eigen weg op. Als we vandaag weer komen met een voorstel voor een nationaal cultuurbeleid, zou het goed zijn als we eerst kijken naar de mislukking van het CCS.
Het vierde thema, “Diversiteit en methodologie”, was het troetelkind van professor Jack Menke, die aan de hand van zijn werk op het gebied van de geschiedenis van lepra in Suriname illustreerde hoe een holistische benadering van wetenschappelijk onderzoek tot meer relevante en bruikbare kennis
kan leiden. Wetenschappers moeten extradisciplinair tewerk gaan, dat wil zeggen ze moeten komen uit de hokjes van de afzonderlijke wetenschappelijke disciplines. Menke signaleert fragmentatie en separatisme in de wetenschap. “Gefragmenteerde wetenschap leidt tot een gefragmenteerd inzicht in de samenleving” schreven de panelleden in hun samenvatting. Een belangrijk inzicht, maar ik miste een kritische reflectie op specialisatie en fragmentatie in de wetenschap. Specialisatie kan leiden tot fragmentatie, maar niet per definitie.
Het vijfde thema ging over maatschappelijke diversiteit en de inclusie van minderheden.
Er werden aanbevelingen gedaan betreffende de de-kolonisering van inheemse volkeren en over de emancipatie van mensen met alternatieve leefstijlen op het gebied van gender en seks. De Inheemsen moeten recht hebben op zelfbeschikking en moeten soeverein zijn in hun eigen leefgebieden. Dit wordt “indigenisering” genoemd. Ze zijn de instandhouders van het bos.
Zij moeten de digitale technologie leren beheersen om daarmee het bos en hun leven daarin beter in kaart brengen en te organiseren, zoals de vindplaatsen van bosproducten en de verblijf-plaatsen en de trekroutes van dieren. Ook het onderwijs kan door digitalisering worden aangepast aan de behoeften zodat de kinderen niet naar de stad hoeven om naar school te gaan. Aangaande de genderdiversiteit werd voorgesteld het Bureau Gender Aangelegenheden te versterken en te zorgen voor coördinatie van het beleid van overheid, NGO’s en internationale organisaties.
Al met al geen spectaculaire resultaten. De discussies die volgden op de presentaties leverden ook geen openbaringen op. Veel verder dan het bepleiten van de naleving van normen en waarden en de bevordering van de interculturele communicatie kwamen we niet. Het beste voorstel, volgens mij dan, kwam van Siegmien Staphorst, die stelde dat er een bundeling van organisaties in het maatschappelijk middenveld nodig is.
Verscheidenheid in eenheid
In mijn spreekbeurt zei ik dat we niet alleen moeten kijken naar diversiteit, maar vooral ook naar de overkoepeling van de diversiteit. Diversiteit is slechts potentie, die pas tot werkelijkheid kan komen door een overkoepelende functionele eenheid.
De diversiteit van man en vrouw wordt functioneel in de overkoepeling van het huwelijk. Culturele diversiteit wordt pas nuttig onder de overkapping van de staat.
Niet overeenstemming over normen en waarden, maar gezamenlijke politieke actie voor de oplossing van problemen (zoals wateroverlast) kan de sociale en culturele diversiteit operationaliseren voor verbetering van het leven van allen.
Links: Eenheid in verscheidenheid (de kleine cirkels zijn etnische groepen en de wolk is de eenheid die gezocht moet worden) Rechts: Verscheidenheid in eenheid (de grote cirkel is de staat die de eenheid vast omlijnt)
In dit verband haalde ik mijn oude koe van stal: “Verscheidenheid in Eenheid”. Lang terug, toen ik lid was van het De Nationale Assemblée, heb ik een keer een redevoering gehouden waarin ik de bekende leus van “Eenheid in verscheidenheid’ omkeerde tot “Verscheidenheid in eenheid”.
Het toeval wilde dat Wlifred Leeuwin, die tijdens de meeting in Lala Rookh naast mij zat, daarover verslag deed in De Ware Tijd. Hij was toen net begonnen als journalist. Hij had in zijn stukje niet goed uitgelegd wat ik bedoelde met de omkering van het bekende motto, iets waar ik toen een beetje teleurgesteld in was.. Ik kreeg in Lala Rookh na al die jaren de gelegenheid het hem beter uit te leggen.
“Eenheid in verscheidenheid”, het motto van Jnan Adhin en Frank Essed, is vanuit een situatie van diversiteit zoeken naar eenheid. “ Verscheidenheid in eenheid” gaat uit van een vooraf bestaande, vooraf afgesproken eenheid, waarbinnen diversiteit functioneel wordt. Suriname is een historische,
geografische en staatkundige eenheid. Deze eenheid moet continu opnieuw vernieuwd worden, want eenheid is geen statisch permanent gegeven, maar iets dat van moment op moment opnieuw gecreëerd en herbeleefd moet worden. Door gezamenlijke actie voor de oplossing van materiële problemen en de productie van goederen en diensten komt eenheid tot stand. Die eenheid is voorwaardelijk en tijdelijk en bestaat slechts gedurende de gezamenlijke actie. De eenheid is functioneel, niet een permanent en op zichzelf staand verschijnsel. Als de actie voorbij is, gaat iedereen terug naar zijn eigen huis om te rusten of naar zijn eigen kerk om te bidden. Eenheid is een afspraak, een actie. Onze eenheid is a priori afgesproken in de Grondwet en wordt dagelijks versterkt doordat wij allen gezamenlijk moeten leven in hetzelfde land, met dezelfde klimatologische en geografische kenmerken en dezelfde infrastructuur. We rijden allemaal aan de linkerkant van de weg en we staan dagelijks in dezelfde files op dezelfde wegen.
Ik zei dat onze koloniale erfenis van grote betekenis is voor onze eenheid. Bijna alles wat wij vandaag nationaal noemen is in wezen koloniaal. De de-kolonisatie was een proces van fragmentatie en we staan nu voornamelijk voor vraagstukken van re-integratie. We moeten af van discussiedoodmakers zoals de termen “kolonialisme” en “dekolonisering” die bij elk politiek of cultureel probleem in Suriname te berde worden gebracht. Er zijn weinigen die daar tegenin durven te gaan, waardoor echt kritisch doordenken wordt gesmoord.
Ik had me voor de gelegenheid gekleed in een zwart hemd en had een zwarte pet op. Ik had het gevoel dat ik er goed uitzag en stond met een goed gevoel op om mijn zegje te doen. Hoogstwaarschijnlijk zullen enkelen die mij van vroeger kenden ook gedacht hebben: wat is hij oud geworden. In ieder geval was ik blij met de gelegenheid om dit gezelschap te mogen toespreken.
De Open Campus is een geweldig initiatief dat wetenschap en samenleving nader tot elkaar brengt, maar bij een volgende gelegenheid hoop ik meer studenten te zien en ook een meer op samenwerking en integratie toegespitste reflectie op onze sociale diversiteit.
De diversiteit is niet problematisch, het problematische zit in de sociale en culturele fragmentatie tijdens de de-kolonisatie en de verzwakte overkoepelende zingeving van ons sociale leven. De-kolonisatie zou gekoppeld moeten zijn aan re-integratie, maar dat is niet gebeurd door het ontbreken van een nieuw ideologische firmament
Paramaribo, 5 mei 2022 – Wim Bakker, voorzitter Platform SetiSRnan; wjbakker@sr.net
16