de Centrale Bank van Suriname


Monetaire financiering
Monetaire financiering

In het oog van de storm: de Centrale Bank van Suriname

Beste lezer, fijn dat u deze column leest. Ik hoop dat u dit vaker doet. Ik schrijf nu al weer vijf jaar iedere week in De West. Het is niet gemakkelijk om elke week een stuk te produceren. Op bepaalde dagen wil het niet lukken. Op dergelijke momenten zoek ik in de oude doos naar teksten die nog relevant zijn. Ik tracht met de columns aan te sluiten op actuele strijdvragen in de samenleving.

Vandaag zou het eigenlijk geen probleem moeten zijn om een onderwerp te vinden voor de column. Er zijn demonstraties gaande en er worden straatacties gevoerd. De actieleiders eisen ombuiging van het beleid en de ontheffing van personen uit bepaalde posities.

Surinaamse dollar
Surinaamse dollar

Protestdemonstraties

Ik had in mijn hoofd al de lijn van het stuk dat ik vandaag zou schrijven. Ik zou een vergelijking maken tussen de demonstraties in 2017 tegen president Bouterse en de demonstraties van nu tegen president Santokhi. Iemand die mijn stukjes regelmatig leest en daarop achteraf kritisch commentaar geeft, raadde mij aan dat niet te doen. Het zou alleen maar meer aandacht geven aan de valse voorwendselen van de actieleiders die niet uit zijn op oplossingen, want die hebben ze niet. Hun eisen zijn onuitvoerbaar en ze weigeren de uitgestoken hand van de president aan te nemen. Dat laatste had ik verwacht. De leiders van de acties hebben namelijk geen concreet beleidsvoorstel.

Na het gesprek met mijn adviseur moest ik uitkijken naar een ander onderwerp voor deze column.

Een andere adviseur, die mijn stukjes voor de publicatie doorneemt en verbetert, stuurde mij een artikel van professor Ruben Gowricharn in NRC, waarin hij stelt dat het hedendaagse racisme in Nederland geen rechtstreeks verband houdt met de Caribische slavernij. Ik overwoog even om daarover te schrijven, maar ik laat dat voor een volgende aflevering. Vandaag zal ik schrijven over de Centrale Bank van Suriname omdat die zich op dit moment bevindt in het oog van de politieke storm.

Het oog van de storm

De Centrale Bank bevindt zich al jaren in het oog van de stormen van corruptie in Suriname. Maar terwijl iedereen zich druk maakt over het kiesstelsel als aspect van onze politieke crisis, praat niemand over herziening van de rol en de positie van de Centrale Bank in ons staatsbestel. Het kiesstelsel is natuurlijk van belang, maar heeft geen direct verband met corruptie. Als we politieke corruptie beschouwen als een van de grootste kwaden of kwalen van Suriname, dan zouden we meer urgentie moeten geven aan hervorming van de Centrale Bank dan aan de hervorming van het kiesstelsel.

Storm van corruptie
Storm van corruptie

De Centrale Bank heeft in onze politieke geschiedenis vaak een vuile rol gespeeld. Gedurende vele jaren fungeerde de Bank als gelddrukker voor politici en als witwasmachine voor politieke entrepreneurs. In plaats van de waarde van het Surinaamse geld te bewaken, werkte de bank jarenlang mee aan de ontwaarding van het geld monetaire financiering van de overheid en door andere maatregelen om politieke broodheren te faciliteren. In plaats van de economie te stimuleren werd de economie vernietigd. In plaats van prijsstabiliteit en werkgelegenheid kregen we prijsstijgingen en werkloosheid.

Taken van de Centrale Bank

De Centrale Bank van Suriname werd opgericht op 1 april 1957. In de bankwet van 1956 werden de taken van de Bank vastgelegd.

De voornaamste taak van de Bank is het stabiliseren van de waarde van de Surinaamse munt. Op de tweede plaats staat het verzorgen van de geldomloop in Suriname, dat wil zeggen het drukken en uitgeven van bankbiljetten en munten. Een derde taak is het zorgen voor een gezond bank- en kredietwezen in Suriname, wat inhoudt dat er toezicht wordt gehouden op het reilen en zeilen bij de commerciële banken en financiële instellingen. Het controleren van het betalingsverkeer met het buitenland behoort ook tot het takenpakket van de Bank.

Al deze taken en bevoegdheden zijn op verschillende momenten en op verschillende manieren misbruikt om politici te bedienen.

De Bank als gelddrukker

In de eerste twintig jaren opereerde de Bank zonder al te grote problemen. Het ging mis na de machtsgreep van de militairen in 1980.

In 1983 nam de toenmalige governor van de Bank, dr.Jules Sedney, ontslag en vluchtte het land uit omdat hij niet wilde meewerken met het legaliseren van een lening afkomstig uit Colombia. Het leek Sedney geen zuivere koffie.

In zijn plaats werd Henk Goedschalk benoemd. Goedschalk zou de komende tien jaar, tot 1994, de scepter zwaaien bij de Bank. Hij zou ervoor zorgen dat de militaire machthebbers zich vorstelijk konden verrijken.

Nadat de 500 miljoen Nederlandse guldens waren opgemaakt, die het militaire regiem van Nederland kreeg voor de uitvoering van een urgentie-programma, en nadat Nederland in 1982 naar aanleiding van de decembermoorden de geldkraan dicht draaide, had de regering onder leiding van Errol Alibux niet de politieke moed om de nodige impopulaire bezuinigingsmaatregelen te nemen. De tekorten op de begroting schoten de lucht in en bereikten in 1985 het ongekende niveau van 24% van het bruto nationaal product. De regering van de militairen, PALU en de Revolutionaire Volkspartij zette de gelddrukpers aan het werk.

Monetaire financiering
Monetaire financiering

De vakbeweging hield zich koest in die jaren omdat men bang was voor de militairen.

De loonstop cq -krimp van de werkende klasse betaalde het militair gelag. Door schaarste aan harde valuta ontstond er een zwarte markt voor dollars. De koers van de dollar op de zwarte markt steeg in 1987 naar 16 Sf voor de US$. Daarnaast bleef de Centrale Bank werken met de officiële vaste wisselkoers van 1.8 Sf voor de US$.

Een-tweetjes tussen Financiën en de Bank

De Centrale Bank kreeg er een job bij. Zij kreeg een rol bij de verdeling van de goedkope dollars (tegen de officiële koers) aan geselecteerde importeurs. Het subsidiëren van olie-importen is toen begonnen. En we zitten er tot vandaag nog mee. De nieuwe job van de Bank, de toewijzing van schaarse deviezen aan belanghebbenden, zou in de loop der jaren leiden tot allerlei onfrisse praktijken en de vorming van een netwerk van importeurs, valutahandelaren, ambtenaren en politici, die via een-tweetjes tussen het ministerie van financien en de Bank “regelden” dat politieke vrienden dollars kregen. Tussenpersonen bij het ministerie en bij de Bank kregen onder de tafel “commissie” als ze ervoor hadden gezorgd dat de desbetreffende reçu’s geplaatst werden op de lijst die door Financien maandelijks werd verstuurd naar de Bank.

De verschillende wisselkoersen voor harde valuta veroorzaakten een cultuur van corruptie bij de overheid en een cultuur van smokkelarij in de handel. Olie en andere gesubsidieerde producten werden door importeurs langs sluipwegen gesmokkeld naar de buurlanden. Prijsstijgingen, werkloosheid en armoede waren de gevolgen van het desastreuze financieel-economische beleid in die jaren. De koopkracht was in 1993 minder dan een derde van de koopkracht in 1980.

Ondermijning van vertrouwen

Volgens de Brokopondo-overeenkomst moesten Suralco en Billiton hun uitgaven in Suriname (lonen en belastingen) tegen de officiële koers wisselen bij de Centrale Bank. Aangezien de prijzen van lokale goederen en diensten berustten op de zwarte markt koers, leden ze verliezen. Op dit punt is de geleidelijke afbouw van de bauxiet- en aluinaardeindustrie in Suriname begonnen.

De directies van de bauxiet-multinationals hadden geen vertrouwen meer in de toekomst van Suriname en namen de strategische beslissing om hun investeringen voortaan op andere landen te richten, met name Australië. Het aantal arbeiders werd met bijna 2500 verminderd van 6000 in 1980 naar 3600 in 1987.

In 1989 begonnen Suriname en Nederland weer te praten over de Nf 1.5 miljard die er nog over was in de pot van Nf 3.5 miljard ontwikkelingshulp die in 1975 was overeengekomen met Suriname. De onderhandelingen met Nederland konden worden opgestart nadat het proces van herdemocratisering in 1987 duidelijker vorm begon te krijgen.

Door de manier waarop Henk Goedschalk en de militairen de Bank hadden misbruikt voor politiek en persoonlijk gewin, had Nederland er geen vertrouwen meer in en weigerde de verdrags-middelen bij de Bank te storten.

Herstel onder Venetiaan, terugval onder Wijdenbosch

In 1991 werd Runaldo Ronald Venetiaan voor de eerste keer president van Suriname en kon er een begin gemaakt worden met de werderopbouw.

In 1994 werd het systeem van de dubbele wisselkoersen afgeschaft door André Telting, die in maart 1994 door president Venetiaan werd benoemd tot governor van de Bank. Er werd een uniforme zwevende wisselkoers ingevoerd. Minister Humphrey Hildenberg van Financiën en governor Telting van de Bank hadden een uitstekende samenwerking en zij slaagden erin de neergang van de economie te stoppen en om te buigen.

In 1996 was er weer een terugval onder president Wijdenbosch, die Henk Goedschalk opnieuw benoemde tot governor bij de Bank. De geldpers werd direct weer in werking gesteld. Goedschalk ontkende dit, maar de geldontwaarding was evident. De waarde van de Surinaamse gulden daalde naar minder dan een duizendste van een US dollar. Goedschalk dacht een slimme manier te hebben gevonden om de monetaire financiering te camoufleren. Hij verstrekte deposito’s aan overheidsbanken die vervolgens het geld leenden aan de overheid. De boekhouding van de Bank werd “gekookt” om de onrechtmatigheden te verdoezelen. Onder Wijdenbosch namen de buitenlandse schulden van het land enorm toe. Deze leningen werden niet gerapporteerd.

Gelukkig kwam Venetiaan in 2000 terug als president en kon het driemanschap Venetiaan-Hildenberg-Telting weer aan de slag. Zij voerden vanaf 2000 tot 2010 een beleid dat resulteerde in economisch herstel. Suriname klom op in de ranglijst van welvarende landen en werd gerangschikt als een “middle income country”. De buitenlandse schulden namen af, van meer dan de helft tot minder dan 10 % van het bruto nationaal product.

Surinaamse gulden minder dan een duizendste dollarcent
Surinaamse gulden minder dan een duizendste dollarcent

De bankwet werd aangepast. De president van de Bank en de minister van Financiën konden voortaan gevangenisstraf krijgen als zij zich niet hielden aan de wet, met name ten aanzien van het leningenplafond. In 2004 voerde de Centrale Bank een geslaagde monetaire actie uit, waarbij de totaal ontwaarde Surinaamse gulden (Sf) werd vervangen door de Surinaamse dollar (Srd).

Centrale Bank van Suriname als werkarm van Bouterse

Zoals jammer genoeg vaker gebeurt, werd Venetiaan in 2010 afgestraft voor zijn prudent economisch beleid. Politieke toppers, die gewend waren via de eerder genoemde netwerken te komen aan valuta van de Bank, waren niet gelukkig en ze sloten zich aaneen. In 2010 werd Bouterse president. Hij benoemde Gilmore Hoefdraad tot governor van de Centrale Bank. In de tien jaar dat Bouterse president was, werd de Centrale Bank opnieuw een werktuig voor de verrijking van politieke vrienden. En dit keer zou het er groffer aan toe gaan dan in de periode van de dictatuur. Er werden opnieuw leningen genomen bij de commerciële banken. De kasreserves van de commerciële banken, die in beheer zijn van de Centrale Bank, werden ook opgemaakt. De banken werden in 2019 verplicht hun buitenlandse valuta bij de Centrale Bank in bewaring te geven. Ook deze valuta werden verbruikt. Er werden tal van buitenlandse leningen gesloten. Dit alles werd geheim gehouden. Bouterse gaf in 2016 de opdracht dat de jaarverslagen van de Bank niet mochten worden gepubliceerd. Zes jaar lang kreeg het publiek de cijfers van de Bank niet te zien. Waar het trio Venetiaan-Hildenberg-Telting het land in een gezonde financiele toestand achterlieten, bezadelden het trio Bouterse-Hoefdraag-Van Trikt ons land met een staatsschuld van meer dan 3 miljard US$.

Hoe verder met de Centrale Bank van Suriname?

In 2020 kwam er een eind aan het bewind van Bouterse. President Chandrikapersad Santokhi nam over. Eerder dit jaar bracht Santokhi een bezoek aan de Centrale Bank en maakte daarbij bekend dat hij van plan is de machtspositie van de governor in te perken. Ik weet niet wat de motieven hierachter precies zijn, maar ik denk dat dit een stap is in de verkeerde richting. De problemen die we in de afgelopen jaren hebben gehad met de ontwaarding van de Surinaamse munt, de enorme schuldenlast, de corruptie en witwas-affaires, waren het gevolg van de vervlechting van partijpolitiek en monetair beleid. We moeten juist werken naar een Centrale Bank die beter wordt beschermd tegen de perikelen van poliici en niet naar een verdere verzwakking van het instituut door de bevoegdheden van de governor in te perken.

Onderdeel van de uitvoerende macht of zelfstandige vierde macht?

SetiSRnan zal binnenkort aan de Fajadjanstraat een rondetafelgesprek organiseren over de vraag wat de plaats en de rol van de Centrale Bank in ons staatsbestel zou moeten zijn. Moeten we de Bank zien als onderdeel van de uitvoerende macht of als een vierde macht die naast de andere machten (uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht) volledig autonoom opereert. Mijn mening is dat het principe van de scheiding der machten moet worden doorgetrokken naar de monetaire autoriteit, zoals onder andere in Duitsland en Zwitserland. De onafhankelijke positie van de Centrale Bank van Duitsland (de Bundesbank) is sedert 1957 verankerd in de grondwet van Duitsland. Het Bundesbank-model wordt nagevolgd door steeds meer landen, die ervaren hebben hoe rampzalig de vervlechting van partijpolitiek en monetair beleid kan zijn. Politieke interventies in het monetair beleid zouden slechts in het uiterste geval (in geval van oorlog bijvoorbeeld) mogelijk moeten zijn.

De Bank en de Staat

De Centrale Bank van Suriname is een essentieel onderdeel van de staat Suriname. De geschiedenis heeft ons geleerd dat de Bank haar taken niet goed kan uitvoeren door vervlechting met partijpolitiek. Het jongste schandaal, de fraude waarbij meer dan veertig miljoen Srd bij de Centrale Bank werd gestolen, werd uitgevoerd door ambtenaren die vervalste recu’s voor betaling doorstuurden naar de Centrale Bank. Het is nog niet duidelijk of ministers of andere politieke toppers hierbij betrokken zijn. Het heeft er veel van dat de actie georganiseerd werd vanuit het eerder genoemde netwerk van politici, importeurs, valutahandelaren, ambtenaren en employees van de Centrale Bank, dat zich in de achter ons liggende decennia gevormd heeft. Ze zitten met stapels geld uit het illegale circuit en hebben dringend toegang nodig tot instituten van de staat om het geld wit te wassen.

In de greep van de Tarantula’s

De poltiek van Suriname is in de greep van Tarantula’s die zich in alle grote politieke partijen van het land genesteld hebben. Tarantula is de naam die door Venetiaan gebruikt werd om de leden van het criminele witwas-cirucuit aan te duiden. De namen die genoemd worden zijn bekend van vorige schandalen. Er is sedert 1980 een graaicultuur ontstaan die de hele ambtenarij besmet en alle staatsorganen uitholt, ondernemers maakt tot smokkelaars en arbeiders tot bedelaars. Daarom moeten we de greep van de politiek op de Bank losmaken. De president van het land moet niet meer maar minder macht krijgen over de Bank.

Het is geen toeval dat Duitsland het voortouw heeft genomen met het verzelfstandigen van haar Centrale Bank.

Na de ervaringen met geldontwaarding in de jaren twintig en het twaalfjarige bewind van Hitler van 1933 tot 1945, vindt men een stabiele munt van uitermate groot belang voor de democratie. Wij zouden dat ook moeten vinden, na alles wat wij hebben meegemaakt tijdens de dictatuur en onder president Bouterse en president Wijdenbosch. En we kunnen er niet op rekenen dat we vaak een driemanschap van het kaliber van Venetiaan-Hildenberg-Telting aan het roer zullen hebben, dat ervoor zorgt dat de Surinaamse dollar zijn waarde blijft behouden. Politici moeten ver weg blijven van de Centrale Bank van Suriname.

Paramaribo, 21 juli 2022

  Wim Bakker, voorzitter Platform SetiSRnan

Vorige Identiteit en imago van Suriname
Volgende Weekend Brasapark en 24H Zuidoost op 17-18 september