Huwelijk, Gezin en Maatschappij
Zondag 19 juni was Vaderdag. In de media is er flink wat aandacht besteed aan deze dag, zij het wat minder dan de aandacht die men doorgaans aan Moederdag geeft. Ik ontving veel goede wensen voor Vaderdag. Geen kunst, als dokter krijg ik op dit soort gedenkdagen van veel patiënten een felicitatiebericht. Natuurlijk zag ik ook veel advertenties voor spullen die volgens de adverteerders vaders gelukkig zullen maken.
Vader- en Moederdag zijn een commerciële aangelegenheid, maar toch ook momenten waarop we onze vader of moeder een beetje kunnen verwennen en ons kunnen bezinnen op hun plaats in ons leven. Voor mij was deze dag een moment om na te denken over gender issues en of deze issues gebruikt zouden kunnen worden om de politieke, economische en culturele problemen van onze samenleving aan te pakken.
Het feminisme heeft terecht verband gelegd tussen enerzijds de patriarchale samenleving (en de daarmee samenhangende issues van ongelijkheid tussen man en vrouw) en anderzijds de kapitalistische maatschappij.
Dit wil niet zeggen dat er een rechtstreekse verbinding is tussen staatsstructuur en gezinsstructuur. Naast het kerngezin (man, vrouw en hun kinderen) komen er in kapitalistisch ingerichte landen samengestelde en uitgebreide families voor, meerdere kerngezinnen onder het gezag van een grootvader of uitgebreide gezinnen waarin naast de leden van het kerngezin ook andere mensen worden aangetroffen.
Het karakter van het kapitalisme
Het kapitalisme is een bijzonder flexibel en creatief systeem, dat zijn weg weet te vinden in alle landen van de wereld, wat voor cultuur of godsdienst ze ook mogen hebben. Het kapitalisme is een systeem waarin het individu de vrijheid krijgt om zich te ontplooien, ook als dat betekent dat anderen daarbij worden uitgebuit. Het kapitalisme is cultuur- en etnisch neutraal. De focus op de neigingen en strevingen van individuele mensen maakt dat het kapitalisme elke groep, elk land, elke cultuur kan penetreren. Voor het kapitalisme maakt het niet uit welke religie mensen aanhangen. Vanwege de inherente focus op het materiële en het individuele is het kapitalisme in staat elke religieuze groep te coöpteren, elke klederdracht te commercialiseren, elke kunstuiting te financialiseren. Het kapitalisme hoeft geen moeite te doen om mensen ideologisch te scholen of te bekeren tot een of ander geloof, Het kapitalisme vindt aansluiting bij natuurlijke individuele menselijke neigingen.
Alhoewel het kapitalisme zelf cultureel neutraal is, gaat zij gepaard met culturele veranderingen in de gemeenschappen waarin zij binnendringt.
In Oost-Suriname vond er in de 19de eeuw bij de Aucaners een religieuze omwenteling plaats. De vrouwlijke priesters van de oude polytheïstische animistische godsdienst werden verdreven door de manlijke priesters van de monotheïstische Gaan Gadu cultus. Dit was een gevolg van de penetratie van het kapitalisme in het binnenland na de afschaffing van de slavernij. Ondernemers van de stad trokken de bossen in om balata, hout en andere bosproducten te oogsten. De mannen van Marowijne verdienden goed geld met het transporteren van arbeiders en goederen over de soela’s. Mannen werden hierdoor relatief machtiger dan vrouwen en dat werkte door in politiek-bestuurlijke instituten, religieuze opvattingen en ceremoniële voorschriften van de Aucaners.
Het kaptitalisme is gender- en etnisch neutraal en kleurenblind, maar als het in haar kraam te pas komt (beter gezegd: als het de mensen in het systeem zo uitkomt), gebruikt zij situaties van ongelijkheid en racisme om haar voornaamste probleem, het verzet van de onderdrukten, te breken. Dus, terwijl het voor het kapitalisme in wezen niets uitmaakt wat het geslacht is van uitbuiters en onderdrukten, gedoogt en gebruikt zij de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen waar zij die tegenkomt. Ook maakt huidskleur in principe niets uit in het kapitalisme, maar zij gebruikt de aangetroffen etnische hiëerarchieën om haar politieke en economische doelen te verwezenlijken.
Patriarchaat en staat: twee handen op de buik van de vrouw
Volgens linkse feministen is er een rechtstreeks verband tussen de onderdrukking van vrouwen en het kapitalisme. Zij vinden het kapitalisme niet gender-neutraal. Zij erkennen dat het patriarchaat bestond voordat het kapitalisme ontstond, maar zeggen dat het kapitalisme het patriarchaat dat zij kwam aantreffen, heeft getransformeerd en geschikt gemaakt voor haar eigen voorwaarden en behoeften. Zij zeggen daarom dat de bevrijding van kapitalistische uitbuiting alleen mogelijk is in combinatie met de emancipatie van de vrouw. Zij wijzen daarbij op de grote kloof die bestaat tussen inkomens van mannen en vrouwen, het vele on-betaalde werk dat vrouwen doen in de huidshouding, bij de voortplanting en de opvoeding van kinderen. Kapitalisme en patriarchaat werken samen om vrouwen ondergeschikt te houden. Patriarchaat en staat zijn twee handen op de buik van de vrouw.
Feministen erkennen dat er rijke vrouwen zijn die arme vrouwen uitbuiten en dat de meeste mannen slachtoffers en geen voordeeltrekkers van het kapitalisme zijn. Maar ze zeggen dat verreweg de meeste toppers van bedrijven en banken mannen zijn, die vanuit hun patriarchale opvoeding vrouw-onvriendelijk beleid maken.
De strategie van deze feministen is gebaseerd op het principe van intersectionality, een hoeksteen van het feministische denken. Dit concept beschrijft hoe verschillende vormen van discriminatie en onderdrukking elkaar onderling versterken. Ras, etniciteit, gender en seksuele oriëntatie, zijn voorbeelden van identiteiten die onderworpen zijn aan processen van discriminatie, uitsluiting en bevoordeling. Deze identiteiten hebben niets te maken met de aard van het kapitalisme. Het zijn “extra-economische” identiteiten.
Structureel en psychologisch geweld
De posities van de bezittersklasse en arbeidersklasse worden in stand gehouden door naast economische en politiek macht, gebruik te maken van aanwezige systemen van ongelijkheid. Meestal worden niet-economische identiteiten gebruikt om mensen op hun plaats te houden. Hierdoor wordt voorkomen dat het systeem geweld nodig heeft om zich te handhaven. De dominantie van de heersende klasse berust in laatste instantie op het bezit van, of de controle over, de productie-middelen, maar wordt dagelijks bewerkstelligd door aanpalende ideeen over hoe mannen en vrouwen zich dienen te gedragen. Door de verinnerlijking van deze ideeën wordt de dominantie van de heersende klasse zonder geweld in stand gehouden.
Maar geweld speelt altijd een belangrijke rol. Dit geweld is kan fysiek, structureel, symbolisch of psychologisch zijn.
Structureel geweld wordt toegepast door instituten zoals scholen, justitie en politie, banken en politieke partijen. Banken verstrekken ontbetaalbare leningen waardoor mensen hun bezittingen verliezen. Rijke landen lenen geld aan arme landen waardoor deze afhankelijk worden gemaakt. Politiek partijen regelen hun mensen waardoor anderen worden benadeeld. Het kiesstelsel discrimineert issue-groepen en bewoners van bepaalde geografische gebieden. Allemaal voorbeelden van structureel geweld. Er komen geen zwaarden en geweren aan te pas, maar uiteindelijk is het effect ook vernietiging van mensenlevens.
Psychologisch of symbolisch geweld heeft te maken met valse ideeën die maken dat mensen zich niet helder bewust kunnen worden van hun leefsituatie en zich daardoor berusten in hun positie. Een patriarchaal voorbeeld is dat mannen die koken en kleren naaien als vaklieden worden gezien en betaald worden, terwijl vrouwen die hetzelfde werk doen hiervoor onbetaald blijven. Als een man geen werk heeft en thuis blijft om de huishouding te doen en de kinderen te verzorgen, wordt hij beschouwd als een zielige figuur. Men zegt dat dit vrouwenwerk is. De impliciete gedachte is dat vrouwen minder capabel zijn dan mannen en in feite alleen geschikt voor het verwekken en verzorgen van kinderen (alsof dat zo gemakkelijk is). Het effect van dit symbolisch geweld is dat zowel vrouwen als mannen worden uitgesloten van een heel scala aan mogelijkheden om hun leven vorm te geven en de politieke inrichting van de samenleving te sturen.
Huiselijk geweld
De staat heeft dankzij al deze vormen van structureel en psychologisch geweld zelden fysiek geweld nodig om de orde te handhaven. Fysiek geweld is iets dat zich voornamelijk afspeelt in de privé sfeer. Huiselijk geweld, mishandeling van vrouwen, verkrachting van vrouwen, sexueel misbruik van kinderen, behoren tot de meest voorkomende uitingen van fysiek geweld in de samenleving. Het gezin en de familie vormen de context waarbinnen deze gewelddadigheden veelal plaatsvinden. Moord en zelfmoord hebben vaak een familiale context. Veelal zijn mannen de daders. Het gaat niet goed met gezinnen in Suriname, net als in vele andere delen van de wereld overigens. Volgens geleerden heeft dit te maken met de individualisering in de Westerse technologische cultuur en het daarmee samenhangende functie-verlies van het gezin. Niet alleen met het kerngezin gaat het slecht, maar ook met andere gezinsstructuren zoals het samengestelde en het uitgebreide gezin, en ook met de matrilineaal georganiseerde families in het binnenland, wat tot uiting komt in allerlei gedragsproblemen en opvoedingskwesties bij de opgroeiende jeugd. Eenderde tot de helft van alle huwelijken eindigt in een echtscheiding.
De psychodynamiek van het familieleven en het krachtenveld van de kapitalistische politieke economie zijn zaken die los van elkaar staan, maar ze hebben wel invloed op elkaar. Een jonge man die zelfmoord pleegt omdat hij ontslagen is en daardoor niet in staat om zijn gezin te onderhouden, is een voorbeeld van hoe de economie op het gezin inwerkt.
Zelfmoord bij mannen heeft in de Surinaamse praktijk vaak te maken met alcoholgebruik en met seksuele problemen, maar vooral met het feit dat de mannen niet in staat zijn om verwachtingen van vrouw en maatschappij waar te maken. Bij geweld tegen vrouwen spelen deze zaken ook.
Het opvoedingsdillemma
De opvoeding en scholing van kinderen voor de maatschappij duurt steeds langer en vraagt steeds meer aandacht en middelen. Kinderen moeten leren omgaan met ICT, internet, social media. De ouders zouden de kinderen moeten begeleiden in de wereld van ICT, maar die hebben de skills daarvoor niet. De ouders kunnen het niet, maar de scholen zijn ook nog niet ready voor deze nieuwe uitdagingen. Onze samenleving schiet opvoedingscapaciteit tekort. De scholen hebben veel van het opvoedingswerk overgenomen, maar ze kunnen de whatsappende leerlingen niet bijbenen.
Het gezin verliest haar functies juist op het moment dat de opvoeding van de jeugd ons voor nieuwe uitdagingen plaatst.
In het verleden was het gezin een economische en opvoedkundige entiteit. Jongens werkten met hun vader en leerden zo een vak. Meisjes hielpen hun moeder en werden voorbereid op hun rol als moeder en huisvrouw. Door het kapitalisme zijn een aantal economische en opvoedkundige taken van het gezin overgeheveld naar instituten zoals scholen, creches, oppashuizen en overheidsinstanties. Vaders en zonen werken niet meer met elkaar. Vaders gaan ‘smorgens uit huis om ver van huis te gaan werken. Zonen gaan uit huis om naar school te gaan. Op school krijgen ze te maken met voornamelijk vrouwelijke leerkrachten. Man en vader raken buiten beeld. ‘s Morgens loopt het huis leeg en men ziet elkaar misschien alleen ‘savonds voor de teevee of bij het avondeten. Ook de moeders moeten hosselen.
Het gezin is ontdaan van economische, opvoed-kundige, religieuze, recreatieve en beschermende taken. Alleen de emotionele en affectieve functies van seks, zorg en liefde voor de gezinsleden is overgebleven. Maar die affectieve functie is waarschijnlijk niet altijd genoeg voor het in stand houden van het gezin nadat de kinderen groot geworden zijn. Na het zevende levensjaar wordt de opvoedkundige rol van het gezin mindere intensief en neemt de school voor een groot deel over.
De kwetsbare jongens
Jongens blijken kwetsbaarder te zijn dan meisjes voor de problemen die samenhangen met de ontmanteling van het gezin. Criminaliteit en delinquent gedrag zien we vaker bij jongens dan bij meisjes. Dit is mogelijk een gevolg van het verminderen van het gezag van de vader. In veel gezinnen is de vader helemaal of grotendeels afwezig. En waar hij wel aanwezig is, is zijn betekenis afgenomen doordat hij een loonslaaf is geworden die nooit thuis is. Vaders en zonen doen geen dingen meer samen, gaan niet meer samen jagen of werken op het land. Veel jongemannen ontwikkelen daardoor geen gezonde manlijke identiteit. Ze raken te sterk verbonden met hun moeder en zijn vaak niet in staat stabiele relaties met vrouwen te ontwikkelen. Veel mannen die zonder vader opgroeien zijn ongeschikt als vader en echtgenoot. Ze kunnen slechts minnaars zijn. Ze trekken van vrouw naar vrouw. Hun rol van minnaar is echter binnen enkele maanden uitgespeeld. Met de vrouw praten over opvoedingsproblemen of over de besteding van het inkomen hebben ze nooit geleerd. Samen delen in de zorg voor huis en kinderen hebben ze hun vader nooit zien doen met hun moeder. Ze zijn niet in staat een levenslange relatie met een vrouw te hebben.
Ik las onlangs dat iemand berekend heeft dat ongeveer een op elke drie mannen ongeschikt is om te trouweni. Hij redeneerde dat zeker 10% van de mannen ongeschikt is vanwege homosexualiteit. Een ander deel is ongeschikt vanwege psychische en lichamelijke aandoeningen. Alcoholisme (5%), drugsmisbruik, psychosen (5%), impotentie en persoonlijkheidsstoornissen spelen in deze een belangrijke rol. Dat homosexuele mannen geen goed vaders kunnen zijn is aantoonbaar geen correcte stelling, maar het is wel aannemelijk dat homosexuele mannen in veel gevallen niet zullen kiezen voor een huwelijk en het krijgen van kinderfen met een vrouw.
De belangrijkste redenen waarom mannen ongeschikt zijn als vader, is echter niet een gedragsstoornis, een lichamelijk of geestelijk gebrek of een bepaalde sexuele oriëntatie, maar economisch onvermogen. 70 – 75% van de mannen in Suriname zijn niet in staat een huis te bouwen of te huren om een gezin te stichten omdat ze te arm zijn.
Van de man wordt verwacht dat hij zijn gezin beschermt en verdedigt, dat hij zorgt voor huisvesting en inkomen, dat hij een held is voor vrouw en kinderen. Die verwachting kan door de meeste mannen niet worden waargemaakt. Mannen zijn geen helden meer, zelfs geen working class heroes. Mannen zijn loonslaven geworden. De verandering van de man van arbeidende en strijdende held maar loonslaaf gaat gepaard met psychische en sociale problemen. Veel mannen misbruiken het laatste beetje macht dat ze nog hebben, over hun vrouw en kinderen, om hun gekwetste ego en zelfbeeld te compenseren.
Het feminisme in Suriname heeft weinig oog voor de noden van de man. Het beperkt zich tot workshops en het publiceren van stukjes in de de media geproduceerd door een handjevol intellectuele vrouwen, voornamelijk afkomstig uit de midden-klasse. Er is geen link met de arbeidersbeweging, de milieubeweging of andere belangengroepen.
Een van de belangrijkste issues van het feminisme is de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de leiding van het land. Dit is een populaire issue bij vrouwen in de traditionele politieke partijen. Dit middenklasse-feminisme schiet tekort. Men bestrijdt het patriarchaat, maar laat het kapitalisme ongemoeid. Het zal lezers van mijn stukjes duidelijk zijn dat een fifty-fifty vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het politiek-bestuurlijk systeem niets zal veranderen aan de kapitalistische uitbuiting. Zelfs een meer dan fifty-fifty vertegen-woordiging van vrouwen zou daaraan niet veel veranderen.
De man die berekende dat eenderde van mannen niet geschikt is voor huwelijk en vaderschap, vond dat we onze samenleving anders moeten inrichten en onze gendercultuur moeten veranderen. Mannen die onbekwaam zijn als echtgenoot en vader, zouden uitstekende bijdragen aan de samenleving kunnen leveren als kunstenaar, wetenschapper, sporter of wat dan ook, en zouden daarvoor de ruimte moeten krijgen. Ook vrouwen die geen kinderen willen of bewust ongehuwde moeders verdienen kunnen waardevolle deelnemers aan de samenleving zijn.
Het gezin is de beste plaats voor het verwekken en opvoeden van kinderen, maar niet alle vrouwen en mannen zouden gedwongen moeten worden die invulling te geven aan hun leven. Sommigen kunnen het voortbestaan van de samenleving met andere talenten helpen verzekeren. En… patriarchaat en staat moeten met hun handen af van de buik van de vrouw.
Paramaribo 23 juni 2022
Wim Bakker, voorziiter Platform SetiSRnan
Geraadpleegde bronnen:
- “Het huwelijk. Voordrachten ghouden in het kader van het Studium Generale 1963 -1964 van de Rijksuniversiteit te Groningen”, J.B.Wolters Groningen 1965
- “De wording van het moderne gezin”, Edward Shorter; Uitgeverij Ambo bv, Baarn. Vertaling drs.P.Nijhoff; © 1975 Basic Books, Inc., New York. ISBN 90 263 3002 217
- “Sociologie van het gezin”, Wiliam J. Goode, vertaald door R.H.J.van Kuyk © 1966 by Het Spectrum NV, Utrecht/Antwerpen (Prisma-compendia)
- “Crisis van het gezin. Op zoek naar een nieuw gezinstype”, een verslag van een symposion gehouden aan de universiteit van Californië; samengesteld door dr.Seymour Farber, © 1968 Uitgeverscentrum nv, Hilversum, blz 106 -107