Wat heeft prioriteit: Onderdrukking of Uitbuiting?


Wat heeft prioriteit: Onderdrukking of Uitbuiting?

Als u mijn columns vaker gelezen heeft, zult u misschien hebben gemerkt dat ik me veel bezighoud met de vraag of identiteitspolitiek een nuttige rol kan spelen in de strijd tegen uitbuiting en dat ik daar mijn twijfels over heb. Identiteit is een kwestie van cultuur, van ideeën en voorstellingen over mens en wereld. Uitbuiting heeft te maken met financiële en economische verhoudingen. Identiteit is deel van wat Marxisten noemen de “bovenbouw” van de samenleving. Uitbuiting speelt zich af in het domein van arbeid en kapitaal, de productie van goederen en diensten, de “onderbouw”.

Onderdrukking en uitbuiting gaan hand in hand, maar zijn niet hetzelfde. Theoretisch bestaat de mogelijkheid dat mensen worden onderdrukt zonder te worden uitgebuit of omgekeerd uitgebuit zonder onderdrukking. Onderdrukking richt zich op identiteit. Uitbuiting richt zich op arbeid.

Onderbouw en bovenbouw

Marx zag de structuur van de samenleving als tweeledig: een “onderbouw” omvattende de organisaties van de productie en een “bovenbouw” omvattende organisaties die bestuurlijke, politieke, culturele en religieuze zaken regelen.

Marx stelde dat de “onderbouw” in grote lijnen de contouren van de “bovenbouw” bepaalt. Volgens Marx kunnen we de samenleving slechts via de klassenstrijd transformeren. Democratisering van het kapitaal moet de hoogste prioriteit krijgen willen we de samenleving bevrijden van onderdrukking en uitbuiting.

Black face. White mask
Black face. White mask

Antonio Gramsci heeft in de jaren dertig van de vorige eeuw het Marxisme op zijn kop gezet, door aandacht te vragen voor de rol van cultuur bij de instandhouding van de heerschappij van het kapitaal.

De arbeidersklasse kan niet van generatie op generatie worden uitgebuit als er niet voor gezorgd wordt dat de arbeiders zich vrijwillig neerleggen bij de stand van zaken. Dit wordt bereikt door opvoeding, scholing, religieuze en culturele indoctrinatie die de arbeiders een vals bewustzijn en een houding van aanvaarding bijbrengen. Volgens Gramsci moet er niet alleen voor materiële herverdelingen gestreden worden, maar moet er ook culturele en pedagogische actie worden ondernomen. Klassenstrijd is een cultuurstrijd, meent Gramsci. Frantz Fanan, de bekende psychiater uit Martinique, neemt in zijn boek uit 1952, “Black face, white masks”, een soortgelijk standpunt in.

Kastenstelsel of kapitalisme?

Marxisten in India en Amerika zijn momenteel in een discussie gewikkeld over de vraag of er onderscheid gemaakt moet worden tussen onderdrukking en uitbuiting. Onderdrukking is iets cultureels, uitbuiting is een economisch ding.

Linkse intellectuelen in India hebben deze discussie opgestart omdat ze zich afvragen wat de beste strategie is om hun samenleving te emanciperen: strijd tegen het kastenstelsel of tegen het kapitalisme.

Het kastenstelsel is gebaseerd op identiteit. Je identiteit bepaalt je positie in de samenleving. Het kapitalisme is gefundeerd op het bezit van productiemiddelen en je positie wordt bepaald door het al of niet bezitten daarvan. Een deel van de Indiase Marxisten vindt dat eerst het kastenstelsel moet worden ontmanteld en ze wijzen er op dat het kapitalisme in dit verband een emanciperende rol speelt. Het bevrijdt het individu uit het feodale keurslijf.

Identiteit en solidariteit

Een soortgelijke discussie is gaande onder Amerikaanse Marxisten van wie sommigen – in lijn met de visie van Marx – zeggen dat identiteits-bewegingen zoals Black Lives Matter, de plank misslaan omdat ze zich primair richten op onderdrukking en niet op uitbuiting.

Zij zijn van mening dat Afro-Amerikanen niet systematisch worden onderdrukt. Er is zeker nog sprake van racisme in Amerika, maar dat heeft een informeel, persoonlijk en situationeel karakter. Er is geen formele, door wetten gesanctioneerde apartheid. Overheden houden zich niet bezig met het bewust achterhouden van bevolkings-groepen.

Door de acties van de Burgerrechtenbeweging onder leiding van Martin Luther King in de jaren zestig van de vorige eeuw zijn de raciale wetten en bepalingen van de overheid opgeheven en geschrapt. Er is geen sprake van onderdrukking van de “zwarte” identiteit. “Zwarten” dringen door in alle hoge posities van politiek en bestuur. In sport, media en entertainment staan ze aan de top. Er is geen kastenstelsel in Amerika. Genoemde linkse, en – voor wie het willen weten – “zwarte” Amerikanen, zijn van oordeel dat er primair gewerkt moet worden aan de solidariteit tussen bevolkingsgroepen om de klassenstrijd tegen uitbuiting te voeren.

Zij wijzen op de miljoenen “Whites” in de binnenlanden van Amerika, die ook hun issues hebben met onderdrukking en uitbuiting, de “Hillbillies”, de “Rednecks”, “Cajuns”, “Hoosies” en “Okies”, de bewoners van “Fly Over Country”. Deze groepen zijn vergeten door de progressieve bewegingen voor mensenrechten, gendergelijk-heid en raciale gelijkheid, die vooral in de steden werkzaam zijn.

Etniciteit en klasse

De Indiase en “zwarte” Amerikaanse Marxisten hebben een nieuwe deur geopend voor het denken over etniciteit en klasse.

Volgens mij is identiteitspolitiek onder bepaalde omstandigheden nodig en in ieder geval onvermijdelijk. Als instituten van de staat, de wet, leger en politie, worden ingezet om een groep te onderdrukken, zoals bijvoorbeeld tegen de Rohyngia in Myanmar, is identiteitspolitiek ongetwijfeld een noodzakelijke strategie van bevrijding en moet daaraan prioriteit gegeven worden boven klassestrijd..

Rohyngia: strijd voor etnische emancipatie
Rohyngia: strijd voor etnische emancipatie

Maar India is een twijfelgeval. Bij wet bestaat er geen kastenstelsel meer in India, maar het stelsel is nog steeds springlevend, met name op het platteland. De Indiase schrijfster Arundathi Roy (1961) merkte op dat buitenlanders vaak de indruk hebben dat India een chaotisch land is, maar dat dit slechts een oppervlakkige beeld is. In feite is de Indiase samenleving een van de meest strak geordende en gereglementeerde samenlevingen in de wereld. Het gedrag van honderden miljoenen mensen wordt geregeld door voorschriften die zeggen wie welk werk wel of niet mag doen, wie wat wel of niet mag eten, wie met wie mag bemoeien en wie met wie mag trouwen.

In de afgelopen jaren dringen vertegenwoordigers van de Dalits, de mensen van de laagste kaste in India, langzaam door tot hoge politiek-bestuurlijke posities. Deze politieke vertegenwoordiging komt echter voornamelijk de elite van de Dalits ten goede.

…een van de meest gereglementeerde samenlevingen…
…een van de meest gereglementeerde samenlevingen…

Politieke representatie blijkt weinig op te leveren voor de armen in de steden en op het platteland.

Dubbel effect

Etnocentrische politieke bewegingen hebben een “dubbel effect”. Ze hebben zowel gewenste als ongewenste gevolgen.

Door etnopolitieke mobilisatie kan een achter-gestelde groep structurele veranderingen van het systeem bewerkstelligen en concessies van de overheersende groep afdwingen. Dat is een gewenst effect. We zagen dit bij de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging van de jaren zestig van de vorige eeuw.

Ongewenste neveneffecten kunnen te maken hebben met de uitwerking die de acties van een groep hebben op andere etnische groepen in de maatschappij. Deze groepen kunnen zich gaan verzetten als ze zich geen deelgenoot voelen van de maatschappelijke veranderingen die worden nagestreefd en zeker niet als dat nastreven gebeurt op een wijze die cultureel niet aansluit bij andere groepen.

Het presidentschap van Barack Obama was een overwinning op het racisme, maar resulteerde uiteindelijk in verergering van het racisme in Amerika. De Ku Klux Klan beleeft een weder-geboorte. President Donald Trump wist grote delen van de witte onderklasse voor zich te winnen door raciale sentimenten te bespelen.

Dat is het dubbele effect van succesvolle identiteitsbewegingen. De LBGTQ gemeenschap in Suriname weet dat ze tijdens hun Gay Pride Parade niet naakt kunnen lopen zoals in ander landen. Ze lopen netjes gekleed door Paramaribo. En dat is goed. Ze houden rekening met de publieke opinie of wat daarvoor moet doorgaan in Suriname.

Gay Pride in Suriname
Gay Pride in Suriname

De mensen van Surinaamse afkomst in Nederland (de SuriNeds) zitten met soortgelijke issues als de Afro-Amerikanen in de Verenigde Staten. Afro-SuriNeds voeren actie tegen discriminatie, en terecht.. De “Toeslagenaffaire” bewijst dat racisme een probleem is in Nederland.

Ambtenaren beschuldigden mensen uit minderheidsgroepen selectief en valselijk van gesjoemel met toelagen voor kinderopvang. Al is de Nederlandse overheid formeel kleurenblind, veel ambtenaren zijn dat niet. Toch is het niet terecht om op grond van genoemde incidenten te concluderen dat er sprake is van systematische onderdrukking van minderheden in Nederland die een etnische bevrijdingsstrijd en vorming van etnische politieke partijen rechtvaardigt. In Nederland en Amerika is er genoeg ruimte om in samenwerking met andere groepen via bestaande partijen zaken in orde te krijgen.. De dubbele effecten van de identiteitsbeweging moet in die omstandigheden extra goed worden afgewogen.

Strategische afwegingen

Mijn mening is dat identiteitspolitiek gerecht-vaardigd is als de schade aan de samenleving door aanhoudende discriminatie van de groep groter is dan mogelijke schade door vervreemding van andere groepen als gevolg van de etnische mobilisatie. Wegen de voordelen voor de groep op tegen de nadelen voor het geheel?

Identiteitspolitiek speelt een bevrijdende rol als er sprake is van systematische, door overheden gesanctioneerde en gestimuleerde onderdrukking van een groep, zoals bij de Rohyngia in Myanmar wier dorpen worden platgebrand en die in kampen worden opgesloten door het leger.

Als als er geen sprake is van fysiek geweld en systematische vervolging, kan identiteitspolitiek averechts werken. We zien dat gebeuren in Nederland. De SuriNeds eisen geld vanwege het feit dat ze nog steeds lijden onder de slavernij. Ze stellen de hoge eis dat de Nederlandse cultuur moet veranderen. Ketikoti moet in Nederland een nationale herdenkingsdag worden. Pieterbaas moet worden afgeschaft. Het is duidelijk dat het lot van de SuriNeds niet te vergelijken is met dat van de Rohyngia.

De invoering van Ketikoti in Nederland zou moreel een heel goede zaak zijn, maar in de praktijk zouden veel Nederlanders daar niet erg enthousiast over zijn. Het doordrammen op deze culturele en symbolische issue, hoe moreel terecht ook, kan de oplossing van de materiële problemen van de SuriNeds en van andere groepen belemmeren. Het ziet er naar uit dat Pieterbaas wordt afgeschaft of aangepast, maar of dat echt een stap vooruit is, valt nog te bezien. Veel Nederlanders worden in reactie op deze ontwikkelingen racistischer, omdat zij op hun huidskleur worden aangesproken. De problemen worden benoemd in termen van “wit” en “zwart”.

Ketikoti in Nederland
Ketikoti in Nederland

Dit voert niet naar solidariteit tussen de mensen, maar naar toenemend onderling wantrouwen en ressentiment, het elkaar zien als de oorzaak van elkaars problemen, haat en jaloezie.

Een nieuwe golf van etnische politiek

Enkele kritische intellectuelen in Suriname die regelmatig meedoen met de rondetafel-gesprekken van Platform SetiSRnan, hebben soortgelijke problemen met het bepalen van de strategische koers voor een vernieuwings-beweging in Suriname.

Hoe moeten we omgaan met de krachtige impulsen van etnisering in de Surinaamse politiek in ons streven de kapitalistische uitbuiting te stoppen?

Op dit moment zijn we getuige van een nieuwe ronde van etnisering in onze politiek.

Paul Somohardjoe verklaarde enkele dagen geleden dat bundeling van Javanen noodzakelijk is om voor hun belangen op te komen. Deze etniseringsgolf wordt aangejaagd door de ABOP onder leiding van Ronny Brunswijk.

Een minderheidsgroep kan door succesvolle etno-politieke mobilisatie politiek en financieel opklimmen, maar dit kan gaan ten koste van de samenleving als geheel. Een snel oprukken van een minderheidsgroep roept onbehagen op, niet alleen bij de meerderheidsgroep, maar ook bij andere minderheden.

De  opkomst  van  de  LBGTQ beweging  heeft bijvoorbeeld geleid tot conservatieve tegenreacties, zoals we kunnen zien in Amerika en Nederland.

Ik wil niet zeggen dat bewegingen tegen discriminatie hun strijd moeten opgeven, maar dat activisten bij het kiezen van issues en het bepalen van strateigieën goed moeten nagaan of etnische mobilisatie werkelijk de beste manier is om de economische achterstanden weg te werken en uitbuiting tegen te gaan.

Identiteitspolitiek kan bevrijdend werken, maar in de praktijk werkt het ook vaak de bewustwording tegen van de processen die zorgen voor grote materiële ongelijkheid.

Het verhindert de ontwikkeling van klasse-bewustzijn, het belangrijkste wapen tegen het kapitalisme.

Identiteitspolitiek roept weerstanden op bij andere, zich ook achtergesteld voelende, groepen. In een multinationale samenleving zijn er altijd meerdere van zulke groepen, alle met hun eigen identiteit, alle met hun eigen gevoel van gediscrimineerd te worden.

Elke identiteitsbeweging roept tegenbewegingen op. De strijd voor emancipatie van de samen-leving kan zo verzanden in een cultuurstrijd.

ABOP

ABOP moet oppassen ons niet in een soortgelijke situatie te brengen. Het lijkt erop dat de politieke elite van ABOP erop gebrand is de gesignaleerde achterstanden van hun groep versneld in te halen. De achterban zal het materiële succes van haar voorlieden zien als teken dat er ook voor haar spoedig betere tijden zullen aanbreken.

De psychologische en symbolische impact van een Marron als vice-president versterkt de groepsidentiteit.

De leiders van ABOP zijn in ieder geval weer binnen bij de volgende verkiezingen. Maar het succes dat ze hebben bij hun achterban heeft als keerzijde, dat de gealarmeerde middenklasse van Paramaribo zich bij de volgende verkiezingen mogelijk extra slim zal opstellen.

Psychologische impact
Psychologische impact

Volgens mij is identiteitspolitiek een van de grootste obstakels voor een ware emancipatie van de mens als mens, dus niet van de mens als arbeider of als cultuurdrager. Achtergestelde groepen kunnen hun etnische identiteit gebruiken voor politieke mobilisatie en strijd tegen de achterstelling. Dat zeker. Dat gebeurt steevast.

De vraag is in deze altijd: hoe erg is het met de achterstelling en onderdrukking. Komt het staats-apparaat eraan te pas of niet?

Is de achtergestelde groep er veel slechter aan toe dan andere groepen in de samenleving? Zijn er ook andere groepen die achterstanden hebben?

De achterstelling is vaak meer een subjectief gevoel is dan een objectieve toestand. Als politici zeggen dat hun groep achtergesteld is en dat ze daarom een speciale behandeling en bijzondere rechten moeten krijgen, moet er goed naar hun daden gekeken worden om te zien door welke motieven ze gedreven worden.

Etnische mobilisatie is vaak een instrument in de concurrentiestrijd tussen verschillende etnische elites. Zo leert de “Nation of Islam” in Amerika haar leden om geen boodschappen te doen bij Koreaanse winkels, maar alleen bij winkels die het eigendom zijn van etnische soortgenoten.

De claims van achterstelling moeten worden onderzocht en er moet worden nagegaan of etnische mobilisatie de beste koers is om het probleem op te lossen.

Onderdrukking en uitbuiting gaan hand in hand
Onderdrukking en uitbuiting gaan hand in hand

De strijdvragen die elke samenleving moet oplossen betreffen in de eerste plaats de verdeling van materiële middelen en mogelijkheden. Culturele identiteiten zijn in een multinationale samenleving van ondergeschikt belang.

Alle mensen moeten gelijk behandeld worden. Maar als een etnische groep in een multi-etnische samenleving wordt gediscrimineerd dan wordt haar identiteit van belang voor de emancipatie van de groep. De strategen van de bevrijding zullen echter zodanig te werk moeten gaan dat de solidariteit wordt bevorderd op basis van harde materiële belangen. Anders win je de strijd, maar kom je te wonen in een onleefbaar land.

Paramaribo, 7 juli 2022

  Wim Bakker, voorzitter Platform SetiSRnan

Vorige Uitslag: onderzoek over racisme en discriminatie
Volgende Identiteit en imago van Suriname