Mr Purcy Desire Otmar Denz
Geboren: 1 april 1931, Paramaribo
Overleden: 7 september 2008, Aruba
5 kinderen: Lenny Denz (71), Purcy Denz (67), Winifred Denz (65), Marijke Denz (64), Ivy Denz (61)
Karu’s
Marijke Denz: Ik ben de jongste van de drie kinderen die mijn vader Purcy D.M. Denz en moeder, Hélene Heloise Denz-Mercuur, hebben voortgebracht. Toen ik zeven jaar was, overleed onze moeder. Daarna werd alles anders. De eerste jaren van mijn leven, waren heel gelukkig. We woonden aan de Zuurzakstraat, op Zorg en Hoop. Daarna zijn we verhuisd naar Welgelegen. Door een ramp is ons huis toen ondergelopen en moesten we tijdelijk gaan inwonen bij onze oma, in de Rust en Vredestraat[1]*. Mijn vader nam het op zich, om de hypotheek op oma’s huis af te betalen en is, puur uit financiële overwegingen, vijf jaar lang op Saba gaan werken als hoofd van de basisschool. Het was begrijpelijk, want op de (voormalige) Antillen verdiende je in die tijd ongeveer tien keer zo veel als in Suriname. Wij bleven achter en elke vakantie kwam hij naar huis, met zakkenvol cadeautjes voor ons. Op een gegeven moment, vertrok mijn vader naar St Maarten, waar hij ook weer schoolhoofd werd. Nadat onze moeder overleed, liet hij ons overkomen en in 1964 vertrokken we met zijn allen naar Aruba. Eigenlijk was het op beide eilanden even vreemd. We spraken natuurlijk de taal niet en werden als buitenlanders niet geaccepteerd. Daarbij vielen we ook nog op, want we hadden kroeshaar en waren donkerder dan de gemiddelde Arubaan.
Toen die ‘vieze Surinamers’ niet arm bleken te zijn, maar in grote huizen in chique buurten woonden, met een heleboel personeel, een goed gevulde boekenkast en twee auto’s voor de deur, konden de Arubanen het allemaal niet zo goed rijmen. We woonden aan de overkant van de school en iedereen keek zijn ogen uit, als we aan kwamen. Vaak werden we gepest en moesten na schooltijd even een potje vechten, voor we naar huis konden. Thuis hadden we elke zondag steevast een rijkelijk gevulde barbecue, met zoete watermeloen als toetje en gingen we vaak zwemmen, tennissen en racen op de fiets. Daarom kan ik niet zeggen ik een zware jeugd heb gehad, op Aruba. Maar diep van binnen wisten we, dat we dat we er nooit bij zouden horen en dat we op een dag terug zouden gaan naar ons eigen land. Dat was namelijk de boodschap die we constant mee kregen vanuit de omgeving. Op mijn 16e brak de dag aan, dat we terug mochten naar Suriname. We keken er écht naar uit. Ik werd ingeschreven op het Dr. de Mirandalyceum, waar ik de bovenbouw van het VWO ging doen. Wat we echter nooit hadden verwacht, is dat we in ons eigen land nóg minder welkom waren dan op Aruba. We spraken nauwelijks Sranan tongo en als we het toch probeerden, werden we uitgelachen vanwege ons accent. Ze noemden ons ‘karu’s[2]*’die zogenaamd kwamen ‘van Curaçaowww’ en moesten verder gewoon onze mond houden. Achteraf gezien, voelde ik me tien keer beter thuis op Aruba, dan in Suriname. Ik heb wel nog steeds een goede band met Aruba en heb nog contact met een aantal vriendinnen daar, maar zal nooit vergeten dat ik eigenlijk Surinaamse ben.
Je bent op de wereld om iets te betekenen voor de mensheid
Purcy Denz had vóór zijn 28ste, toen hij naar de Antillen ging, al heel veel gedaan en op of rond zijn veertigste levensjaar, begon hij aan een rechtenstudie.
- Ambtenaar Burgerlijke stand, Paramaribo
- Onderwijzer district Coronie, Suriname
- Onderwijzer Sypesteynschool, Paramaribo
- Onderwijzer Hendriksschool, Paramaribo
- 1958 hoofd basisschool Saba, Nederlandse Antillen
- 1963 hoofd basisschool St Maarten, NA
- Studies Engels MO-A en MO-B
- Wiskunde MO-A en MO-B
- 1964 docent wiskunde en Engels MTS Aruba
- Rechtenstudie op Curaçao (eerste Arubaan)
- Directeur Constitutionele zaken NL-se Antillen en Aruba
- Directeur Departement Staatkundige Structuur Aruba
- Rechter Commissaris
- Advocaat Hof van Justitie
- Oprichter Advocaten Kantoor Denz (strafrecht)
- Plaatsvervangend rechter Gemeenschappelijk Hof NL-se Antillen en Aruba
- Voorzitter SER (= Sociaal Economische Raad), Aruba
- Ridder in de Orde van Oranje Nassau voor verdiensten
- Bewerkstelligen Status Aparte, Aruba
Status Aparte
https://nl.wikipedia.org/wiki/Status_aparte_(Koninkrijk_der_Nederlanden)
In 1986 kreeg Aruba een speciale status binnen het koninkrijk: de Status Aparte. Aruba maakte zich hierbij los van de Nederlandse Antillen en werd een derde land binnen het koninkrijk, dat na tien jaar onafhankelijk zou moeten worden. Dat laatste is nooit gebeurd, maar de andere eilanden hebben inmiddels een soortgelijke status gekregen, waardoor de term ‘Status Aparte’ niet meer van toepassing is.
Purcy Denz, was destijds de rechterhand van politicus Bettico Cruz en zorgde ervoor dat alle nodige wetten voor deze Status Aparte werden ontworpen en vastgelegd. Onze vader kwam regelmatig naar Nederland, om dit alles te kunnen bewerkstelligen. Wij werden vanaf dat moment absoluut niet meer gediscrimineerd op het eiland.
Behoud je eigen waarden en normen
Thuis spraken we altijd Nederlands en daardoor had ik niet echt de motivatie om Surinaams te leren. Nu sta ik daar heel anders in. Hoe langer we op Aruba woonden, hoe meer we ingeburgerd raakten. Het gevolg was wel, dat ons Nederlands achteruit ging. Mijn vader hamerde erop, dat we vooral correct Nederlands moesten blijven spreken en we werden vaak gecorrigeerd. Onze examens Nederlands haalden we dan ook met weinig moeite.
In de weekenden zat ons huis altijd vol met Surinaamse kennissen, die in het onderwijs en voor de Shell werkten. Alle Surinamers op het eiland kenden elkaar.
Ik weet nog dat ik vaak shag ging kopen voor mijn vader, bij Piet Soda Fountain. Onderweg kwam ik dan langs het huis van Mevrouw Ferrol, die mij naar binnen haalde en me een glaasje orgeade[3] gaf. Iedereen vond mij te mager, maar zij drukte me op het hart dat ik vooral moest blijven zoals ik was. Zelf was ze vrij gezet en ‘dik zijn is niet gezond’, zei ze. Ik ben haar woorden nooit vergeten en heb hier in Nederland haar begrafenis nog bijgewoond. Mevrouw Ferrol is 102 geworden.
Mijn vader kwam uit een zwaar Christelijk gezin. Voor hem waren de Tien Geboden en de drie R’s erg belangrijk: Rust, Reinheid en Regelmaat. Verder ging hij zelf niet vaker dan één keer per jaar naar de kerk, met kerst. Hij liet ons daar verder vrij in: “Als je maar goed leeft” was zijn motto.
“In een land waar men zand eet, ga jij ook zand eten”, zei hij vaak. “Maar zorg ervoor dat je je eigen normen en waarden blijft behouden”. Ook leerde hij ons, dat we niet minder waren dan een ander. Daardoor heb ik tot op de dag van vandaag, op geen enkel gebied een minderwaardigheidscomplex.
Net zoals mijn vader, ben ik altijd door blijven studeren. Hij leerde ons om vooruit te kijken, want de tropenjaren komen eraan. Ik heb eigenlijk veel teveel gedaan in korte tijd. Eén HBO opleiding, twee universitaire studies, twee post doctorale studies en daarbij had ik ook nog mijn twee kinderen, die ik vanaf de scheiding zelfstandig moest opvoeden. Mijn vader zelf, is tot zijn dood door blijven werken. Dat heb ik pertinent niet willen doen en heb me goed laten informeren over het keuzepensioen. Ik heb ook geweigerd, om tegen mijn zin in een huwelijk te blijven, totdat de kinderen uit huis waren. Hij schrok er erg van, dat ik op die punten zijn voorbeeld niet navolgde.
Decembermoorden
Mr Purcy Denz, had zijn draai gevonden op Aruba, maar voelde zich nog altijd Surinamer in hart en nieren. In 1980, stond hij op het punt om terug te gaan naar zijn geboorteland. De ticket was al gekocht, maar wegens zakelijke verplichtingen, kon hij niet op de afgesproken datum vertrekken. Militair Alfred J. Comvalius, had mijn vader persoonlijk uitgenodigd om te komen. Op 25 februari 1980, sloeg echter het zware noodlot toe. Op de dag van de militaire revolutie, was Alfred J. Comvalius de eerste die werd geëxecuteerd, toen hij weigerde toegang te geven tot het wapenarsenaal. Vanaf dat moment, besloot mijn vader niet meer terug te keren naar zijn geboorteland. Behalve dat hij zich niet meer veilig voelde, deed het hem ook ontzettend veel pijn, om te zien wat er van Suriname was geworden. De vijftien gesneuvelde mannen, waren allemaal vrienden van hem. Daar zaten veel juristen en journalisten tussen. De kans was groot dat ook hij gesneuveld was, als hij op de afgesproken tijd terug was gegaan. Hij is dus de dans ontsprongen. Mijn vader ging nog wel elk jaar een week naar Suriname om de familie te zien, maar langer hield hij het daar écht niet uit.
Steunpilaar
Mr Denz was een literair mens, niet iemand van de financiën. Hij liet ons zien dat je nooit te oud was om te studeren. Je moest vooral hard blijven doorwerken en vooruitkijken, om voorbereid te zijn op de tropenjaren. Hij was een oprechte man en een fantastische vader. We zijn daarom allemaal goed terecht gekomen. Als je gewend bent aan een goede vader, leer je de slechte mensen om je heen niet meer herkennen. Dat was wel de keerzijde van ons verhaal. Maar mijn vader was voor ons altijd een steunpilaar en wij hadden een hele hechte band met elkaar. Hij was net zo trots op mij, als ik op hem. Zo vertrouwde hij mij belangrijke papieren toe, die hij bij niemand anders durfde achter te laten.
Je blijft tóch de ‘vieze Surinamer’
In 2008 kwam Mr Purcy D.O. Denz te overlijden. Zijn laatste wens, om dicht bij de familie in Nederland gecremeerd te worden, hebben wij gerespecteerd. Zijn afscheid was heel druk bezocht, met een aantal toespraken uit presidentiële kring. Maar ondanks zijn verdiensten voor het land Aruba, heeft mijn vader nooit een tastbaar eerbetoon gehad. Daar was hij voor zijn dood erg teleurgesteld over, maar ik had dit wel zien aankomen. Je blijft tóch de Surinamer, wát je ook doet. Veel mensen waren ook gewoon jaloers op ons, omdat we het relatief goed hadden. Na onze vaders dood, werd ik gewoon weer keihard gediscrimineerd. Daarom ben ik ook niet van plan om ooit nog terug te keren, tenzij het is om nog wat zaken af te handelen. De laatste keer dat ik daar op vakantie was, werd ik van het strand gestuurd, want ik was maar een ‘vieze, zwarte, stinkende Surinaamse’. Toen was ik er wel klaar mee. Voorgoed terug naar Suriname hoeft voor mij ook niet, maar als ik moest kiezen, ging ik veel liever dáár naartoe, dan naar Aruba. Ik voel mij heel erg thuis in Amsterdam en wil hier niet meer weg, zelfs niet uit de stad. Zolang ik dicht bij mijn familie in de Bijlmer kan zijn, ben ik tevreden.
[1]Fred Derbystraat, Paramaribo
[2] Mais eters
[3] Zoete amandel siroop